Prinses Super
Prinses Super heeft helemaal geen zin in de hele dag feest die haar ouders hebben gepland. Ze vindt het eigenlijk wel leuk als plotseling de koning en koningin van Grom voor haar neus staan. Buurland Grom heeft last van slopende ridders die stinken naar zweet en alles kapot maken wat ze tegen komen. Niemand weet hoe deze ridders van Hak gestopt kunnen worden. Dus gaat Super erop af.
Lakei Rolf
Lakei Rolf vindt het enig om met Super achter ridders aan te jagen. Hij is altijd vrolijk, nooit bang en hij zingt alsmaar liedjes, ook als Super héél graag even rust aan haar hoofd wil.
De ridders van Hak
slaan het land in de prak.
Ze slopen met gemak,
elke muur en elk dak.
En ze slaan op gebak.
Max
Max is opgegroeid in Grom, maar hij woont nu een paar maanden in Jippie, waar hij samen met Super les krijgt van de dichtende juf Eugenia. Zijn moeder is altijd ontzettend humeurig. Ze eet bijvoorbeeld geen lekker eten, want het wordt toch maar poep. Zelf is Max best wel eens vrolijk. Al vindt hij slopende ridders ook wel een beetje eng.
De ridders van Hak
De ridders van Hak zijn dol op slopen. Ze duwen joelend muurtjes om, hakken torens omver en maken van elk huis een hoopje stenen. Ze zijn het onherbergzame Hak-gebergte overgetrokken en slopen de boel nu in Grom. Ze houden niet van douchen en ze slissen vreselijk. Ze doen graag push-ups en zingen dan:
‘We zijn stoer, we zijn sterk,
slopen is ons meesterwerk.
We slopen oost, we slopen west,
en we zijn beter dan de rest!
Hu!’